In de winter droegen de vrouwen een zwarte, donkerbruine of donkerrode laken (dikke wollen) kapmantel, die werd gesloten met een zilveren , koperen of ander versierde mantelhaak. In de zomer werd een lichtere versie gedragen ( blauwpaars/licht-bruine/donkerrode effen of bedrukt katoen), afgewerkt met opgenaaide repen gefronste of geplooide stof en gesloten met een zilveren, koperen of anders versierde mantelhaak. Er werden enkele modellen teruggevonden in bedrukt katoen met een klein motiefje. De zomerkapmantel werd in katoen gevoerd, effen of met een klein motiefje bedrukt.
|
Vrouwenkledij >